'We willen hier nooit meer weg'

10 september 2019

In een vijfdelige interviewserie gaan we langs bij onze huurders. Met de grote vraag: ‘Wat is voor jou echt Deventer?’ Vandaag zijn we bij Dagmar Otten en Ronald Jansen-Schipper in de Zandweerd.

Dagmar en Ronald wonen naar eigen zeggen op ‘het mooiste plekje van Deventer’: de Zandweerd. Met op loopafstand de IJssel die zich door het groene landschap slingert. ‘Ik woon al mijn hele leven in Deventer en zou niet anders meer willen.’

Het was Deventer of anders niet. Vriend Ronald (41) moest maar naar Deventer komen. En dat deed hij. ‘Daar was Dagmar heel stellig in en nu snap ik waarom. Want naast dat ze hier haar paard had, is het er ook nog eens prachtig. Hier naartoe verhuizen is het beste besluit in mijn leven. Ik ben echt een buitenmens. Ik fiets en loop hard; dat kan hier. Na het werk maken we vaak samen nog even een rondje.’ Beiden werken als begeleiders in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking.

In het centrum
Dagmar (24) is een echte Deventenaar. Haar ouders wonen drie straten verderop op de Zandweerd en ook haar zus is hier blijven plakken. Broerlief ging naar Zwolle. ‘Na de Zandweerd heb ik een jaartje met Ronald in het centrum gewoond, op de Assenstraat. Heel erg leuk, al die kleine straatjes. Heerlijk om doorheen te slenteren. Toch is het centrum ook druk en benauwend.’ Ronald: ‘Wij houden beiden van wat meer rust. En we willen groen om ons heen. Uit armoede zijn we daar toen maar een moestuintje begonnen op de Worp, omdat we gewoon echt even buiten bezig wilde zijn.’

De Zandweerd
En dat buitenleven hebben ze nu, vanuit de Zandweerd. ‘We zijn regelmatig in het bos te vinden met ons paard Shelly. Maar we wandelen ook iedere avond even langs de IJssel en knuffelen met de koeien. Daar zijn we vanaf de Zandweerd binnen een minuut. In de zomer nemen we een drankje mee en ploffen we langs het water. Heerlijk. Dat is wel het echte Deventer voor mij,’ vertelt Dagmar. Daar sluit Ronald zich helemaal bij aan: ‘Ik vind het heerlijk om langs de IJssel te lopen, de dijk op, de brug over, wat straatjes mee te pakken en weer terug te gaan.’

Eén grote beestenboel
Hun grote droom is een boerderij. ‘We zijn beiden opgegroeid met dieren om ons heen en eigenlijk zouden we die dolgraag weer hebben. We hebben nu drie cavia’s, maar als we op een boerderij hadden gewoond dan was het nu één grote beestenboel geweest. Wellicht dat die boerderij er ooit komt, uiteraard in Deventer.’